De kruissleutel
By Roberto Palombit
FRANK ZAPPA Joe’s Garage Act I (CBS 86101)
In een tijd dat geëngageerde, kritiese popmuzikanten uit de jaren zestig zijn aangepast, zich bekeren tot een verfoeilijke vorm van christendom (Dylan) of Toon Hermans-achtige [1] gedichten gaan schrijven (Lennon), moeten we muzikanten die met straffe handde pikkel en het houweel blijvén hanteren ten aanzien van iedere vorm van flauwekul als een kostbaar kleinood behandelen. Frank Zappa hoort zeker in die kategorie. Hij heeft de strijd nooit opgegeven en blijft vage tendenzen in de maatschappij schoppen waar hij ze kan raken. Zappa onderkent als geen ander het gevaar dat we in de toekomst (de jaren tachtig?) een maatschappij zullen krijgen, waarin religieuze fanaten het voor het zeggen zullen hebben – met alle afgrijselijke konsekwenties vandien.
Om dit aan ieder duidelijk te maken, heeft hij een ‘parabel’ geschreven die draait om Joe’s garagebandje. Het hele epos is op drie elpees vastgelegd en Frank vertelde me enige maanden geleden dat hij hoopte datde drie platen in één keer uitgebracht zouden kunnen worden. Dat heeft hij dus niet voor elkaar gekregen; eerst wordt deze enkele elpee uitgebracht en in december Act 2 & 3.
De plaat opent met een toelichting van de verteller van het moralistiese verhaal, de Central Scrutinizer, een wezen dat je zou kunnen vergelijken met Big Brother in ‘1984’ van Orwell. Het is de taak van de CS om bepaalde wetten door te drukken en kleine misdadigers als jij en ik er op te wijzen dat diverse dagelijkse aktiviteiten je de doodstraf kunnen bezorgen. Volgens de CS is zijn instituut voor criminologie tot de ontdekking gekomen, dat veel misdadigers werden gedreven door die ene afschuwelijke macht: Muziek. Op de binnenhoes vertelt Zappa dat het verhaal erg goedkoop is en lijkt op de stukken die op de middelbare school worden opgevoerd; je moet Joe’s Garage dus niet al te serieus opvatten, máár als je de motiéven achter dit verhaal niet serieus neemt, dan zit je helemaal fout. Wees dan blij dat je niet in één van die kleine landjes leeft waar deze ‘flauwekul’ werkelijkheid is, waar moderne muziek als iets verderfelijks wordt gezien en illegaal is, zoals in Iran, waar de Ayatollah zijn heilige oorlog voert.
Na de toelichting van de CS worden we meegenomen naar Joe’s Garage, waar het bandje repeteert, steéds dezelfde nummers met dezelfde paar akkoorden. De muziek is duidelijk geënt op de jaren vijftig en aan het eind zingt Zappa dat het nummer nu best uitgebracht zou kunnen worden, daarbij waarschijnlijk het retrospektieve karakter van de hedendaagse popmuziek in zijn achterhoofd. Joe wordt door mevrouw Borg aangegeven bij de politie en wordt gearresteerd. Aangezien het zijn eerste konfrontatie met de wet is, wordt hij vriendelijk behandeld door het gerecht: hij krijgt een donut en er wordt hem verteld voortaan vaker kerkelijk georiënteerde sociale aktiviteiten te bezoeken. De derde scene, Catholic Girls, speelt zich af in een katholieke vereniging; wat Zappa hier over de katholieke moraal vertelt gaat heel ver. Joe ontmoet op een bijeenkomst Mary, wordt verliefd en zit sindsdien keurig hand in hand met haar bij iedere meeting. Op een avond komt Mary echter niet opdagen; de CS vertelt ons waarom niet: Mary zit in een andere zaal, waar een beroemde rockgroep zal optreden, iemand te pijpen om een backstagepas te krijgen! Terwijl ze de spetters nog uit haar mondhoek aan het vegen is, zingt Larry, die deel uitmaakte van Joe’s groep, Crew Slut, een aan’sporing aan alle meisjes in vervelende provinciestadjes om de slet van de roadcrew te worden. ‘Be a crew slut. It’s a way of life. I ain’t gonna squash it and you don’t need to wash it.’
Ook dit nummer zit vol met gore grappen en woordspelingen, die moeilijk te vertalen zijn, maar vrij gemakkelijk te volgen, omdat alle teksten staan afgedrukt (vier vellen).
Na enkele weken als een beest behandeld te zijn door de road-crew van de groep Toad-O (?) wordt Mary uit de bus geflikkerd omdat ze door al het geneuk en gepijp te moe isom de was regelmatig te doen voor de heren. Ze heeft geen cent op zak en daarom besluit ze mee te doen aan The Wet T-Shirt Contest; dit is een wedstrijd, waarbij meisjes in strakke T-shirts een emmer ijskoud water over zich heen krijgen, waarna door een vakkundige jury, waarin ook pater Riley zit, die eerder de katholieke vereniging leidde, wordt bepaald welk meisje de meest opwindende ‘mammalian protruberances’ (tieten) heeft. Mary" wint en krijgt vijftig dollar, waarna ze naar huis kan vertrekken, alwaar haar vader al op haar zit te wachten in de schuur. ‘Mary’s the kind of Red Blooded American Girl who’ll do anything.... for fifty bucks.’
Als Joe hoort wat er allemaal met zijn ex-liefje is gebeurd, krijgt hij een enorme klap te verwerken en in een zwak moment laat hij zich door Lucille verleiden. Hierdoor komt hij echter van de regen in de drup; hij krijgt namelijk geslachts- ziekte. In Why Does It Hurt When I Pee beschrijft hij het gevoel in zijn kruis: ‘My balls feel like a pair of maracas’.
Een volkomen gebroken Joe zingt dan Lucille Has Messed My Mind Up, een nummer dat van ex-Zappa-bassist Jeff Simmon’s gelijknamige solo-elpee uit 1969 stamt. Deze versie is echter veel sterker en met name Zappa’s gitaarbegeleiding is fenomenaal.
De Central Scrutinizer sluit de elpee af, hij zegt: zo zie je maar hoe muziek, vrouwen, etc., van iemand een wrak kunnen maken. Alles krijgt volgens hem toch nog een ‘gunstige’ wending: Joe besluit veel geld te geven aan Ron L. Hoover van de First Church Of Appliantology. Een meesterlijke woordspeling, waarmee Zappa een religieuze terreurorganisatie aanduidt, die het midden houdt tussen de Scientology van Ron L. Hubbard en Edgar Hoover’s CIA, die mensen misbruikt.
De elpee is, evenals Sheik Yerbouti, in een prachtige klaphoes gestoken, waarop monteur Zappa staat afgebeeld alsof hij de hele dag olie heeft ververst. Op de binnenhoes en het uitlegvel zijn afbeeldingen te zien van voorwerpen, die een rol spelen in het verhaal, o.a. een Dodge, een Stratocaster, een donut, een Fender Champkofferversterker en natuurlijk de Central Scrutinizer. Zappa weet op Joe’s Garage sterke teksten, die aan de gore kant zijn, zonder echter te vervallen in annaal gelul, te kombineren met minstens zo opvallende multi-stylistiese muziek. Hij maakt alle instanties, die volgens hem fout zijn, met de grond gelijk, met een meesterlijk cynies negativisme. Zappa drukte het onlangs als volgt uit: ‘Wat issèr mooier dan vreselijk arrogant te kunnen zijn ; dat wil toch iedereen, durven zeggen: IK heb altijd gelijk.’
1. Toon Hermans was a Dutch comedian, singer and writer. Subsequent generations of Dutch cabaret artists, and the theater critics of the 1970s and 1980s, were not much impressed by Hermans' unpretentious, politically and socially disengaged entertainment. (wikipedia)
Read by OCR software. If you spot errors, let me know afka (at) afka.net